Aplastische anemie

Bloedcellen worden voornamelijk geproduceerd door het beenmerg en zijn verdeeld in drie groepen - erythrocyten, leukocyten en bloedplaatjes. Om verschillende redenen kan dit mechanisme worden verstoord, wat aplastische anemie veroorzaakt, waarbij alle drie componenten van het bloed niet meer in onvoldoende hoeveelheden worden geproduceerd of geproduceerd.

Aplastische anemie - oorzaken

Meestal ontwikkelt de ziekte als gevolg van onbekende oorzaken, in dergelijke gevallen wordt het idiopathisch genoemd.

In andere situaties zijn de factoren die de pathologie van het beenmerg teweegbrengen als volgt:

Aplastische anemie - symptomen

Tekenen van de ziekte gedurende lange tijd verschijnen ofwel niet, of zijn zo onzichtbaar dat ze geen reden zijn om een ​​dokter te bellen.

Symptomen kunnen zelden voorkomen en duren niet lang met een geleidelijke toename van terugval en verslechtering van de toestand van de patiënt. In de regel worden ze gekenmerkt door een tekort aan bloedbestanddelen:

Aplastische anemie - diagnose

U kunt alleen een nauwkeurige diagnose stellen op basis van de resultaten van het beenmergonderzoek. Zijn exemplaar wordt verkregen door middel van trepanobiopsy of biopsie. Tijdens de studie van het weefsel wordt bepaald of de vorming van bloedcellen onvoldoende is of dat er onmiddellijke vernietiging van witte bloedcellen, bloedplaatjes en erythrocyten is.

Bovendien omvat aplastische anemie een bloedtest met de bepaling van het gehalte in de biologische vloeistof van zijn drie componenten.

Aplastische anemie - prognose

Zonder tijdige therapie, vooral wanneer de ziekte vordert in ernstige vorm, is de prognose ongunstig - patiënten sterven binnen slechts enkele (3-5) maanden.

Bij de juiste behandeling verdwijnt aplastische anemie: meer dan 80% van de patiënten ervaart verbetering en een terugkeer naar het normale leven.

Aplastische anemie - behandeling

Medicamenteuze therapie van pathologie bestaat uit de langdurige toediening van immunosuppressiva (antimotsitarnogo of antilymfotsitarnogo globuline) in combinatie met cyclosporines. Om de negatieve bijwerkingen van deze middelen te voorkomen, worden steroïdhormonen bovendien voorgeschreven (meestal methylprednisolon).

Bovendien is het tijdens de therapie noodzakelijk om periodiek bloedtransfusies te maken om de normale samenstelling te herstellen. Het is ook belangrijk om groeifactoren (granulocytenkolonie-stimulerende factoren) te gebruiken die bevorderen beenmergproductie van bloedcellen.

Om infectieuze en schimmelziekten te voorkomen die het bloedverlies verslechteren, wordt profylaxe met antibiotica en fluconazolpreparaten uitgevoerd.

De meest effectieve manier om een ​​ziekte te behandelen, is beenmergtransplantatie van een gezonde donor, bij voorkeur een compatibel familielid, bijvoorbeeld een broer of zus. Transplantatie werkt het beste als de patiënt jong is en niet lang aan de ziekte lijdt. Het is vermeldenswaard dat het lichaam in zeldzame gevallen het getransplanteerde beenmerg afstoot, ondanks immunomodulerende therapie.