Uitstrijkjes in de gynaecologie

Een uitstrijkje is een van de belangrijkste methoden van laboratoriumonderzoek in de gynaecologie. Met zijn hulp kunt u verschillende gynaecologische ziekten identificeren: spruw, bacteriële vaginose , vaginitis, baarmoederhalskanker, enz.

Hoe wordt een gynaecologische uitstrijk uitgevoerd?

Voorbereiding van een uitstrijkje is een eenvoudige procedure, waarbij de arts rechtstreeks uit het slijmvlies van de interne genitaliën schraapt (nek, vagina, baarmoederhals van de baarmoeder) en vervolgens wordt bestudeerd met een microscoop.

Soorten uitstrijkjes in de gynaecologie

Er zijn 2 hoofdtypen uitstrijkjes, die ook worden gebruikt in de gynaecologie, microbiologische en cytologische.

De eerste is om de micro-organismen in het uitstrijkje te bestuderen en de tweede draagt ​​bij tot de studie van de cervicale weefsels, waarvan sommige met een uitstrijkje werden genomen.

Een uitstrijkje op de flora is een microscopisch onderzoek, met als doel de aard van de gynaecologische microflora in de vagina, het cervicale kanaal en de urethra te bepalen. Het wordt ten behoeve van de diagnose en de preventie van ontstekingsziekten ten minste om de zes maanden uitgevoerd.

Wat laat het resultaat zien?

Gynaecologische uitstrijkjes laten zien wat er in het geslachtsorgaan van een vrouw zit. Normaal bevat het uitstrijkje op de flora squameuze cellen van het epitheel, leukocyten, grampositieve staven en slijm. Afhankelijk van hoeveel ze in het uitstrijkje zitten, bepaal je de zuiverheidsgraad van de vagina.

Smeer voor cytologie (PAP-test) is een methode van onderzoek die wordt gebruikt bij de diagnose van baarmoederhalskanker. Het beoordeelt de grootte, de vorm, het aantal cellen in het uitstrijkje. Dit draagt ​​bij aan de vroege detectie van kanker. In het geval van detectie in de gynaecologische uitstrijk van cellen-oncocyten, wordt een biopsie uitgevoerd voor de precieze diagnose.