Mooi en helder, geassocieerd met de lente en het einde van het schooljaar, zijn pioenen bekend, zonder twijfel, voor iedereen. Maar hoe goed voor hen te zorgen , wat te doen, wanneer de pioenen zijn vervaagd, weten weinigen. Het gaat over de fijne kneepjes van de zorg voor deze mooie lente mensen die zullen worden besproken in ons artikel.
Of de pioenrozen na de bloei te trimmen?
Heel vaak snijden onervaren kwekers de pioenen onder de wortel onmiddellijk nadat ze bloeien. Het snoeien van pioenrozen na de bloei is niet mogelijk, want in deze periode worden bloemknoppen gelegd, die het volgende jaar in luxe bloemen zullen veranderen. In dezelfde periode beginnen pioenen hun voedingsstoffen op te slaan, waardoor de plant zich in de toekomst zal ontwikkelen. En het aantal bladeren in de struik speelt een belangrijke rol in dit proces. Daarom, bij het snoeien van de steeltjes en bladeren, loopt de bloemist het risico om de pioenrozen onherroepelijk te verzwakken en zelfs te verpesten.
Wanneer en hoe de pioenen na de bloei inkorten? Om de pioenen het volgende jaar te kunnen behagen met mooie en weelderige bloemen, kun je de steeltjes niet volledig afsnijden met de vervaagde toppen. Het onderste deel van de steel moet met 2-3 bladeren worden verlaten. Onder de wortel kunnen pionen pas in de herfst worden gesneden, na het begin van stabiele vorst. In dit geval, boven de nieren, is het noodzakelijk om de hennephoogte 20-30 mm te verlaten en ze veilig tegen vorst te beschermen.
Toevoeging van pioenrozen na de bloei
Zorg voor jonge (tot drie jaar) pioenrozen is alleen in de regelmatige bewatering en het losmaken van de grond. De oudere struiken hebben regelmatig voer nodig. Dat de pionstruik sterk, gezond en overvloedig bloeide, moet hij tenminste drie keer worden gevoerd. Dit gebeurt als volgt:
- De eerste voeding van pioenen wordt gemaakt in het vroege voorjaar, wanneer de sneeuw begint te vallen. Op de grond rond de struik giet je 10-15 gram stikstof en 10-20 gram kalium. Het is noodzakelijk om meststoffen heel voorzichtig toe te passen, zodat ze niet op de struiken vallen. Nadat ze in ontdooide wateren zijn opgelost, zullen ze in de grond weken en de plant voeden.
- De tweede bemesting wordt uitgevoerd tijdens de knopvorming, om de kwaliteit van bloemen te verbeteren. Neem hiervoor 15-20 gram fosfor, 10-15 gram kalium en 8-10 gram stikstof.
- De derde bemesting wordt 10-14 dagen na de bloei uitgevoerd. Zoals al vermeld, nadat de bloeiende knoppen het volgende jaar beginnen te worden gelegd (de zogenaamde vernieuwingsknoppen), is er niets beters dan het voeren van pionen met een mengsel van kalium (10-15 gram) en fosfor (15-20 gram).
Pioenen planten na de bloei
De meest geschikte tijd voor de overdracht van pionen - vroege herfst (eind augustus - begin september). Tegen die tijd heeft de plant de tijd om voldoende voedingsstoffen te verzamelen en de weersomstandigheden maken het mogelijk om wortel te schieten. Om met succes pionnen te transplanteren, moet rekening worden gehouden met de volgende punten:
- het ondergrondse deel van de struik is erg groot, dus de pit voor transplantatie moet ten minste 50-60 cm diep zijn;
- beginnen verplanten van het trimmen van de bush, waardoor slechts een derde van het;
- De vervanging van de pionen moet heel voorzichtig gebeuren, waarbij geprobeerd wordt de wortels en nieren niet te beschadigen;
- het opgraven van de wortels, het verwijderen van alle zieke en rotte delen ervan, en de overblijvende wortelstok is opgedeeld in verschillende delen op een zodanige wijze dat elk deel ten minste 5-6 nieren had;
- Afzonderlijke delen van de wortelstok (delenki) worden geplant in voorbereide putten, waarbij ervoor wordt gezorgd dat de bovenste nier zich op een diepte van ten minste 5 cm bevindt;
- De grond rond de getransplanteerde pionen is niet geramd om de nieren niet te beschadigen;
- Na het verplanten worden pioenen bewaterd en humus toegevoegd;
- indien nodig kunnen pioenen in het voorjaar worden getransplanteerd, maar dit is niet de beste manier om de plant te beïnvloeden - het zal stoppen met zwak, niet erg bloeiend.