Derde ooglid bij katten - redenen

Het derde ooglid (knipperend vlies) bij katten speelt een zeer belangrijke rol voor de organen van het gezichtsvermogen, die de functies ervan vervullen. Wanneer de ogen van het dier gesloten zijn, valt het moeilijk op. Maar wanneer de lieveling knippert of zijn hoofd naar beneden buigt, dan kun je deze rimpel zien.

Val van de derde eeuw bij katten

In het geval dat het derde ooglid bij katten wordt gezien, zelfs wanneer de dieren een golf van levendigheid voelen, dan hebt u een duidelijk teken van huisdieren met oogziekte opgemerkt. Zowel de witte als de lichtblauwe schil bedekt een deel van de oogbollen van het huisdier vanuit hun binnenhoeken. Het uiterlijk van de derde eeuw is een symptoom dat gepaard gaat met een ziekte.

Oorzaken van verlies van de derde eeuw bij katten kunnen verschillende ziektes zijn. Dieren lijden aan conjunctivitis, virussen, bacteriële infecties, schimmels, externe en interne parasieten, verschillende ziekten van inwendige organen, allergische reacties, oogverwondingen en contact met irriterende stoffen. Dit heeft allemaal invloed op het derde ooglid.

Soms is zijn val een voorbode van kattengriep. Onthoud ook dat het verschijnen van schillen aan één oog betekent dat je er iets vreemds in krijgt. Maar als dit symptoom wordt gevonden op beide oogbollen, is het duidelijk dat het huisdier ziek is.

Behandeling van het verlies van de derde eeuw bij katten levert niet het juiste resultaat op. Nadat u het symptoom hebt geëlimineerd, kunt u de ziekte niet van het huisdier verwijderen. Het is heel belangrijk dat u niet uitstelt met een reis naar de dierenarts, zodra zij zagen dat de kat een derde ooglid had. Een specialist kan immers een juiste diagnose stellen en een behandeling voorschrijven die het dier helpt te herstellen.

Als het knipperende membraan het oog niet volledig bedekt, kan dit betekenen dat de kat ook behoorlijk gezond is. Gewichtsverlies kan dit bijvoorbeeld hebben beïnvloed. Als je je derde-eeuwse verlies van je huisdier opmerkt, is het goed om te zien of er andere symptomen zijn verschenen. Als niemand ze kon vinden, voed het dier dan meer en geef hem ook dagelijks 0,05 mg vitamine B12. Maar in elk geval, toon de kat beter aan de dierenarts. Hij zal zeker weten hoe hij het huisdier moet behandelen.