Denken en intellect in de psychologie

Denken en intellect in de psychologie zijn termen die heel dicht bij elkaar staan ​​en de verschillende kanten van één algemeen concept weerspiegelen. Intellect is het vermogen van een persoon om het denken te realiseren. En denken is juist het proces van waarneming, reactie en bevattingsvermogen. En toch is er een verschil: denken is eigen aan elke persoon, maar intellect is dat niet.

Denken aan mens en intellect

Tot op heden bestaat er geen enkele definitie van het woord intelligentie en elke specialist is geneigd het met enig verschil te beschrijven. De meest populaire definitie van intelligentie is het vermogen om mentale taken op te lossen.

In het populaire beroemde "kubieke" model van D. Guildford wordt intelligentie beschreven in drie categorieën:

Hieruit zien we dat de ratio van denken en intelligentie heel dichtbij is, het intellect is gebouwd op het vermogen van de persoon om te denken. En als productief denken resultaten oplevert, dan kan men spreken van intelligentie.

Wat bepaalt de ontwikkeling van intelligentie?

Als we geen gevallen overwegen waarin de verstoring van denken en intellect een gevolg is van trauma of ziekte, ontwikkelt de persoon in normale omstandigheden intellect vanaf de leeftijd van een kind. De snelheid van zijn ontwikkeling hangt af van de inherente factoren, opvoeding en de omgeving waarin het groeit.

Het concept van "aangeboren factoren" omvat erfelijkheid, de manier van leven van de moeder tijdens de zwangerschap (slechte gewoonten, stress, het nemen van antibiotica, enz.). Dit bepaalt echter alleen het initiële potentieel en het verdere pad bepaalt de mate waarin de beginselen van het intellect erin worden ontwikkeld. Een kind dat leest, informatie analyseert, communiceert met ontwikkelde kinderen, kan intellect meer ontwikkelen dan degenen die opgroeien in een ongunstige omgeving.