Hogere zenuwactiviteit

Hogere zenuwactiviteit (GNI) is een neurofysiologisch proces dat optreedt in de cortex en de dichtstbijzijnde subcortex van de hersenen tijdens verschillende processen die verband houden met geconditioneerde reflexen. Deze processen omvatten de vorming, het functioneren en het uitsterven van reflexen, niet alleen bij mensen, maar ook bij dieren. De kenmerken van hogere menselijke zenuwactiviteit werden bestudeerd en uitgekozen door IP Pavlov.

De hogere zenuwactiviteit van de mens is de basis

Allereerst omvatten de basisbegrippen van hogere zenuwactiviteit een tijdelijke verbinding en een geconditioneerde reflex. Het is bewezen dat, in essentie, de activiteit van elk van de afdelingen van het menselijke CZS reflex is en signaalfuncties uitvoert, waardoor het lichaam kan reageren op geconditioneerde stimuli, wat de fysiologie van hogere zenuwactiviteit is.

Zoals de doctrine van hogere zenuwactiviteit zegt, bestaat deze volledig uit twee processen: opwinding en remming. De eerste geeft de basis voor de vorming van enkele tijdelijke verbindingen en geconditioneerde reflexen, maar in het geval dat de geconditioneerde reflex uiteindelijk ongeconditioneerd blijft, treedt zijn vervaging op. Deze verdwijning is het proces van remming.

Regelmatigheden met hogere zenuwactiviteit

Wijs slechts vijf wetten toe, die de kenmerken van hogere zenuwactiviteit vormen. Deze omvatten de volgende verklaringen:

De hogere zenuwactiviteit is altijd onderworpen aan deze wetten, en dit geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor dieren, zoals Pavlov bewees met zijn beroemde hond Pavlov.

Typen hogere zenuwactiviteit

Gedrag en hogere zenuwactiviteit zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit wordt bevestigd door de theorie van soorten bni, die de volledige hoeveelheid aangeboren en verworven eigenschappen van het zenuwstelsel zijn. Afhankelijk van het verloop van de processen van excitatie en remming, noemde Pavlov vier hoofdtypen, die verschillen in hun vermogen om zich aan te passen aan de situatie en stressbestendigheid.

  1. Het type bni is een sterke ongebalanceerde (cholerische). Sterk opgewonden, zwak geremd, in moeilijke situaties vatbaar voor verschillende soorten zenuwaandoeningen. Indien gewenst, is het mogelijk om een ​​hogere zenuwactiviteit te ontwikkelen, te trainen en deze aanzienlijk te verbeteren.
  2. Type BNI is een gebalanceerde inerte (flegmatiek). Dit type wordt gekenmerkt door sterke processen van zowel excitatie als inhibitie, hoewel ze in dit geval erg immobiel zijn en het overschakelen van het ene proces naar het andere vrij moeilijk is.
  3. Typ bni sterk gebalanceerd mobiel (optimistisch). Dit type wordt gekenmerkt door uniform sterke processen van excitatie en inhibitie, op voorwaarde dat ze een uitstekende mobiliteit en dynamiek hebben, waardoor een persoon gemakkelijk kan overschakelen, zich kan aanpassen aan verschillende soorten omgevingen en stabiliteit kan vertonen in valse situaties.
  4. Type bni is zwak (melancholisch). In dit geval zijn beide zenuwprocessen zwak, waardoor een persoon zich moeilijk kan aanpassen aan de omgeving en vatbaar is voor een breed scala aan zenuwaandoeningen.

De leer van de soorten zenuwactiviteit maakt het mogelijk dieper in te gaan op de mentale processen en speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van moderne wetenschappen.