Eerste hulp bij onderkoeling

Het menselijk lichaam is in staat om zeer snel te hoge temperaturen te bereiken, vooral bij vorst en koude seizoenen. In de regel geldt dit voor liefhebbers van vissen in de winter, zwemmen in Driekoningen, wandelen in met sneeuw bedekte bergen en andere soortgelijke entertainment. In dergelijke gevallen is een belangrijke vaardigheid minstens een minimale eerste hulp bij onderkoeling. Het kan het slachtoffer niet alleen de gezondheid, maar het leven redden, als de gebeurtenissen op een tijdige en correcte manier worden gehouden.

Wat kan niet worden gedaan tijdens de eerste hulp bij hypothermie?

Om te beginnen, overweeg acties die nuttig lijken, maar in feite in staat zijn om een ​​persoon met onderkoeling schade toe te brengen.

Je kunt niet:

  1. Om alcoholische dranken te geven.
  2. Zet in een warme badkamer.
  3. Forceer om actief te bewegen, ergens te gaan.
  4. Breng warme kompressen aan.
  5. Te snel het slachtoffer verwarmen.

Dergelijke activiteiten zullen een ernstige verslechtering van de toestand van de patiënt veroorzaken, soms tot een dodelijke afloop.

Eerste hulp bij algemene onderkoeling van het lichaam

Dringende maatregelen moeten in de volgende volgorde worden uitgevoerd:

  1. Bel een team van specialisten aan de telefoon en geef aan dat het slachtoffer te veel energie heeft.
  2. Zet de persoon in een warme kamer.
  3. Verwijder koude of natte kleding, verander het om te drogen.
  4. Wikkel het slachtoffer in een deken.
  5. Geef een zoete en warme, maar niet hete, drank.
  6. Plaats indien mogelijk een persoon in een badkamer met warm, niet heet water, temperatuur tot 37 graden.

Het is belangrijk om niet te proberen de patiënt snel te warmen, het kan een overtreding van de hart- en ademhalingsactiviteit veroorzaken en tot de dood leiden.

Eerste hulp bij ernstige ernstige onderkoeling

Als een persoon ernstig gewond is geraakt, bewusteloos is, sluit de lijst met hulpdiensten de plaatsing van de patiënt in de badkamer en warm drinken uit.

In deze situatie moet men voortdurend de ademhalingsactiviteit controleren en de pols controleren, indien nodig, indirecte hartmassage en standaard kunstmatige beademing .