Asclepius is de god van genezing in het oude Griekenland, en in Rome wordt hij Aesculapius genoemd. Zijn vader is Apollo en zijn moeder is de nimf Koronida, die werd vermoord wegens verraad. Er zijn verschillende versies van de geboorte van Asclepius. Volgens een van hen schonk Koronida hem en liet hem achter in de bergen. De baby werd gevonden en gevoed door een geit en bewaakt door zijn hond. Een andere optie - Apollo haalde de toekomstige genezingsgod uit de Coronides voor haar dood. Hij gaf het kind aan de centaur Chiron. Het was dankzij zijn wijsheid dat Asclepius een dokter werd.
Informatie over de god van de geneeskunde en genezing
Asclepius werd meestal afgebeeld als een nobele oude man met een baard. In zijn hand houdt hij een staf vast, die rond een slang gewikkeld is, wat de eeuwige wedergeboorte van het leven symboliseert. Overigens is dit kenmerk een teken van medicijn en voor vandaag.
Er zijn verschillende mythen verbonden aan deze slang. Volgens een van hen is het een symbool van de wedergeboorte van het leven. Er is ook een interessante mythe dat eens de god van genezing Asclepius werd uitgenodigd om naar Minos te verhuizen om zijn zoon Glaucus te laten herrijzen. Op de staf zag hij een slang en doodde haar. Onmiddellijk daarna verscheen er een andere slang in de mond waarvan er gras was. Met haar hulp is de slang herrezen, gedood. God gebruikte gras en bracht Glaucus weer tot leven. Daarna werd de slang een belangrijk symbool voor Asclepius.
Vanwege zijn succesvolle activiteiten werd hij onsterfelijk. Ter ere van de Griekse en Romeinse god van genezing werden veel verschillende sculpturen en tempels gemaakt, waarin ziekenhuizen onveranderlijk waren gevestigd. Asclepius kende de geneeskrachtige eigenschappen van alle planten op aarde. Hij had het vermogen niet alleen om ziekte te genezen, maar ook om doden te doen herrijzen. Het was om deze reden dat de belangrijkste goden van Olympus, Zeus en Hades hem niet leuk vonden. Het is ook het vermelden waard over de chirurgische vaardigheden van Asclepius. Hij ontdekte tegengif van de beten van verschillende wezens en werd beroemd vanwege het gebruik van gifstoffen bij de behandeling van vele ziekten.