De toestand van de baarmoederhals verandert tijdens de zwangerschap wekelijks.
Dankzij moderne methoden van onderzoek slaagden artsen erin om de relatie tussen de lengte van de baarmoederhals en de draagtijd vast te stellen. Deze informatie helpt op tijd om een mogelijke voortijdige spontane abortus te diagnosticeren en te voorkomen in een ziekenhuis.
Dus, na 16 weken is de lengte van de baarmoederhals 38-39 mm, na 20 weken neemt de baarmoederhals toe tot 40 mm en bereikt ze een maximale lengte tegen de 29e week - tot 41 mm. Dit is een indicator dat de baarmoederhals zich al in deze periode actief voorbereidt op de toekomstige geboorte.
Cervix in 36 weken
Wanneer de 36e week van de dracht plaatsvindt, neemt de baarmoederhals af over de lengte, wordt zachter en brokkelig, zijn gapende middelpunten en begint iets te openen. Dit betekent dat het lichaam van de vrouw actief werkt aan een programma dat door de natuur zelf is gecreëerd.
Cervix in 38 weken
Na 38 weken begint de baarmoederhals systematisch te 'rijpen' en zich voor te bereiden op de aanstaande geboorte. Als dit proces plaatsvindt met een overtreding of vertraging, is het mogelijk dat er zich moeilijke situaties voordoen in de beginperiode van de bevalling, wanneer het openen van de nek met een aanzienlijke vertraging plaatsvindt of helemaal niet plaatsvindt. In dit geval nemen artsen hun toevlucht tot noodmaatregelen en spenderen ze de vrouw in een keizersnede .
Cervix in 40 weken
Op de 40e week van de zwangerschap, heeft de vrouw een cervicale dilatatie van 5-10 cm, vergezeld van krampende pijn en spasmen. Dit zijn de eerste tekenen van het begin van de bevalling. Tegen de tijd dat de foetus wordt uitgescheiden, is de opening van de baarmoederhals al 10 cm, waardoor het kind ongehinderd kan verschijnen.