Immunosuppressiva

Preparaten die bedoeld zijn voor kunstmatige onderdrukking van de menselijke immuniteit worden immunosuppressoren genoemd, een andere naam is immunosuppressiva. Deze groep geneesmiddelen wordt in de regel gebruikt voor chirurgische ingrepen bij orgaantransplantatie.

Immunosuppressiva - classificatie

De geneesmiddelen in kwestie zijn verdeeld in groepen die verschillen afhankelijk van hun effect op de immuniteit:

Natuurlijke immunosuppressiva

Natuurlijke immunosuppressoren verdienen meer de voorkeur bij de behandeling van auto-immuunziekten en kankerachtige tumoren, omdat ze een milder effect op het lichaam hebben. Bovendien hebben natuurlijke remedies vrijwel geen bijwerkingen, therapie heeft geen invloed op de lever en interfereert niet met de spijsvertering.

Het hart van immunosuppressiva van natuurlijke oorsprong zijn secundaire metabolieten (microbiële oorsprong), lagere en hogere micro-organismen, eukaryoten. Meestal wordt het geslacht Streptomyces gebruikt, omdat het juist de vertegenwoordigers zijn die niet alleen significante antibioticumontstekingsremmende eigenschappen hebben, maar ook antifungale effecten.

Immunosuppressiva

Onder de immunosuppressors die immuuncellen onderdrukken en de vorming van lymfocyten in het bloed voorkomen, zijn de meest gebruikte:

Meestal worden de vermelde immunosuppressiva gebruikt in de therapie van kankertumoren in de late stadia en na een transplantatie van een orgaantransplantatie, vooral als intensieve weefselafstoting is begonnen.

Voorbereidingen met selectieve (selectieve) actie:

Deze immunosuppressoren onderdrukken bijna de antitumorimmuniteit niet, interfereren niet met de vorming van beschermende cellen bij virale of infectieziekten.

Ontstekingsremmend effect en eliminatie van allergische symptomen , tekenen van auto-immuunziekten worden geleverd door dergelijke medicijnen:

Het is vermeldenswaard dat glucocorticosteroïd preparaten immunosuppressiva een aantal ernstige bijwerkingen hebben, die vaak alleen de toestand van de patiënt verergeren. Dit komt door hun steroïde oorsprong: deze medicijnen interfereren met de vorming van de noodzakelijke hormonen van de lever en de nieren. Bovendien vermindert het intense anti-shockeffect van dergelijke geneesmiddelen de gevoeligheid van zachte weefsels en huid voor de productie van geslachtshormonen aanzienlijk en verslechtert het functioneren van de schildklier. Hierdoor worden de anabole processen geremd, evenals de dagelijkse lineaire toename van de normale waarden van de stoffen waaruit het bloed bestaat. Het gebruik van glucocorticosteroïden moet daarom uitsluitend om medische redenen worden uitgevoerd, onder begeleiding van gekwalificeerd personeel. Het optimale behandelingsregime omvat een combinatie van verschillende immunosuppressoren.