Algemene hypoplasie van spraak

Tijdens de eerste zes levensjaren verwerft het kind meer kennis dan in alle andere jaren samen. Vooral de snelle ontwikkeling vindt plaats in de eerste twee jaar, wanneer een pasgeboren baby, die slechts enkele aangeboren reflexen heeft, geleidelijk leert zitten, kruipen en lopen, de spraak van iemand anders begrijpt en zelfstandig spreekt en andere belangrijke vaardigheden verwerft.

Om de moedertaal te verstaan ​​en te reproduceren, leert het kind gedurende een voldoende lange tijd. Er zijn bepaalde normen voor spraakontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op het feit dat ouders op tijd kunnen worden verdacht van een ontwikkelingskloof voor kinderen.

Algemene hypoplasie van spraak (OHP) en vertraagde spraakontwikkeling zijn niet hetzelfde. Als in het tweede geval de kinderen net iets later beginnen te praten dan hun leeftijdsgenoten, dan hebben kinderen in het geval van OGR verbale aandoeningen die verband houden met zowel betekenis als geluid.

De redenen voor de onderontwikkeling van de spraak van kinderen zijn anders: ze kunnen de gevolgen zijn van geboortetrauma en verschillende neurologische ziekten en trauma's van psychologische aard.

Kenmerken en psychologische kenmerken van kinderen met OHP

Algemene onderontwikkeling van spraak wordt meestal gediagnosticeerd in kleuters 4-6 jaar. In de regel zijn dit kinderen met een normaal ontwikkeld intellect, zonder gehoorbeschadigingen. Ze beginnen later te praten dan anderen, en hun spraak is vaak onleesbaar, alleen ouders begrijpen het. Opgroeiende kinderen beginnen een zeer kritische houding aan te nemen ten aanzien van het gebrek aan spraak, ervaring. Dat is de reden waarom de algemene onderontwikkeling van spraak behandeling behoeft, en het overwinnen van dit probleem is tamelijk realistisch.

Niveaus van algemene spraakonderontwikkeling

Artsen onderscheiden vier niveaus van algemene onderontwikkeling van spraak.

  1. Het eerste niveau wordt gekenmerkt door een bijna totaal gebrek aan spraak, wanneer het kind meer brabbelt, actief gebaren gebruikt dan hij zegt.
  2. Op het tweede niveau van de OSR heeft het kind een woordgroep in de kinderschoenen. Hij is in staat zinnen uit verschillende woorden uit te spreken, maar vervormt vaak woorden en hun eindes.
  3. Het derde niveau wordt gekenmerkt door een meer betekenisvolle spraak: het kind spreekt vrijuit, maar zijn spraak is vol lexicale, grammaticale en fonetische fouten.
  4. Het vierde niveau van spraakonderontwikkeling wordt gediagnosticeerd bij kinderen die spraakfouten op het eerste gezicht onbetekenend maken, maar uiteindelijk het normale leren storen.

Regelmatige logopedie dient te worden uitgevoerd bij kinderen met OHP. Daarnaast is de controle van een psycholoog en soms een neuroloog noodzakelijk. Kinderen met deze diagnose zijn uiterst belangrijk voor verhoogde aandacht en steun van de ouders, zonder welke het onmogelijk is om de ziekte te overwinnen.